Misschien is opgeven juist wél een optie…
Daar zitten ze dan, de patiënt – een tot voor kort vitale tachtiger – en zijn dochter. Totaal murw van de diagnose die de arts hen zojuist tactvol maar in niet mis te verstane bewoordingen heeft meegedeeld: een darmtumor met diverse uitzaaiingen.
Maar er is hoop: een operatie is zeker niet kansloos. Weliswaar een zware en risicovolle operatie, met aansluitend een lange periode van herstel, maar er kan behandeld worden. En misschien krijgt hij er dan nog wel een half jaar bij! Zonder operatie houdt het bij twee, drie maanden op. Eerst aansterken en wat kilo’s erbij zien te krijgen. Enkele weken later is hij op het gewenste gewicht en kan hij worden geopereerd. De ingreep slaagt, maar betekent wel een forse aanslag op zijn – nog steeds matige – conditie. Twee maanden na de operatie verlaat hij het ziekenhuis, om te worden opgenomen in een verpleeghuis. Daar overlijdt hij drie maanden later.
Maakbaar
Zomaar een situatie uit de praktijk. Een situatie waarbij vragen te stellen zijn. Is dit goede palliatieve zorg? Of is hier sprake van overbehandelen? Hoop doet leven, jazeker. Die hoop leidt soms echter tot keuzes waar het leven en welzijn van de patiënt niet mee gediend zijn. Tegenwoordig horen we ook nogal eens de strijdlustige uitspraak: Opgeven is geen optie. Zit hier misschien de gedachte achter dat alles maakbaar is? Er kan veel, er kan steeds meer, maar moet alles wat kan? Soms is ‘opgeven’ juist wél een optie, de enige optie. Zo’n keuze maak je natuurlijk niet zomaar, maar wel in goed overleg met de arts.
Eerbied
Een stervensproces vraagt om ruimte. Hulpverleners moeten soms letterlijk de moed willen opbrengen om een stapje terug te doen. Wat trouwens iets heel anders is dan niets doen. Want aandacht voor het verlichten van het lijden is juist dan belangrijk. Maar wel met gepaste eerbied voor de dood die aanstaande is.
Al deze overwegingen vragen om een rustige setting. Die is er niet altijd als je in de hectiek van een snel verlopend ziekte- en stervensproces knopen moet doorhakken. Als patiënt en naasten daar nooit over hebben gepraat, of als de meningen uiteenlopen en de emoties een goede uitwisseling in de weg staan. We kennen allemaal wel iemand die rondom een ziekbed of overlijden iets zei in de trant van: zo zou mijn vader het nooit hebben gewild. Hoeveel beter kun je verder als je naast al het verdriet dankbaar kunt constateren: het is gegaan zoals we dat besproken hebben, zoals vader het graag wilde. Het was ondanks alles een goede tijd. Dat komt het rouwproces beslist ten goede.
Een overlijden is al overrompelend genoeg.
Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink
Directeur NPV-Zorg voor het leven
2017 Het NPV-Consultatiepunt helpt u graag bij medisch-ethische dilemma’s. Tel. (0318) 54 78 78
< Terug naar alle artikelen